Database Nederlandse Staatscommissies

 

Onbekend

Staatscommissie Van Hogendorp I, Commissie tot ontwerpen van een grondwet

Van Hogendorp moest een grondwet ontwerpen op basis van zijn eerdere Schets eener Constitutie. Deze grondwet van 1814 werd op 29 maart 1814 van kracht.

K.B. 4 september 1815, N°.4, gewijzigd (niet langer provisioneel) bij K.B. van 7 december 1820, N°.113

Provisioneele commissie tot de Zaken der Hervormde kerk in Nederlandsch Oost- en West Indië (na deTweede Wereldoorlog: Commissie tot de zaken der Protestantsche Kerken in Nederlandsch West-Indië)

O.a. advisering, belangenbehartiging van de hervormde kerk in de koloniën, rapportering.

http://www.gahetna.nl/collectie/archief/ead/index/eadid/2.10.12 

K.B. 8 april 1818, N°.58

Staatscommisie-Repelaer van Driel I, ter advies over besparingen op de rijksuitgaven

Advisering omtrent werken en leveringen en bijbehorende of benodigde regelgeving met het oog op bezuiniging bij de levering van overheidsgoederen en diensten.

K.B. 1 augustus 1818, Litt. F.F.

(Geheime) Staatscommissie-Repelear van Driel II, voor de reorganisatie van departementen van Algemeen Bestuur

Deze geheime staatscommissie moest adviseren over de beste wijze van reorganisatie van de Departementen van Algemeen Bestuur. De commissie behandelt onder andere de inrichting en omvang van de departementen, werkzaamheden, aanstellingen en tractementen, en bijdragen van verschillende groepen ambtenaren aan het resultaat van de departementen. Rapport is te vinden als bijlage van rapport Staatscommissie van Leeuwen (1910)

K.B. 23 januari 1820, N°.17

Staatscommissie-Roëll I

Onderzoek tot herziening van het stelsel der in- en uitgaande rechten en accijnzen. Naar aanleiding van verschillende gevoelens in de maatschappij en bedrijfsleven over ongelijkheid in het stelsel van accijnzen krijgt de commissie de opdracht te bezien of en waar het stelsel kan worden verbeterd of vervangen door een nieuw stelsel

K.B. 15 maart 1821, N°.105

Staatscommissie-Repelaer van Driel III, tot onderzoek der beste rivier afleidingen

Onderzoek naar de best mogelijke afleidingen van de rivieren Rijn, Lek, Waal en Maas ter voorkoming van anders onvermijdelijke rampen.

K.B. 13 september 1822, N°.1

Commissie tot het doen van voorstellen over de inrichting van het militair onderwijs

Zeer divers. Onderverdeeld in twaalf hoofdstukken: onderwijs, Personeel, organisatie, -kleding, wapening en harnachement-, Algemene overslag van kosten, Onderwijs, opvoeding, examens, verwijdering van de kweekschool om bijzondere redenen, bevordering, Bijzondere voorschriften voor militaire en civiele geemployeerden, voorwaarden van Aomisfie en bepalingen dien aangaande, kostenbegroting.

K.B. 13 september 1822, N°.1

Commissie tot het doen van voorstellen over de inrichting van het militair onderwijs

Zeer divers. Onderverdeeld in twaalf hoofdstukken: onderwijs, Personeel, organisatie, -kleding, wapening en harnachement-, Algemene overslag van kosten, Onderwijs, opvoeding, examens, verwijdering van de kweekschool om bijzondere redenen, bevordering, Bijzondere voorschriften voor militaire en civiele geemployeerden, voorwaarden van Aomisfie en bepalingen dien aangaande, kostenbegroting.

K.B. 15 december 1827, N°.120

Commissie tot bijwonen van officierexamens

Bewaking van de kwaliteit van het officiersexamen

K.B. 13 april 1828, N°.100

Staatscommissie-Roëll II, ter raadpleging over sommige punten betreffende het hoger onderwijs

Advies omtrent tal van uiteenlopende vraagstukken met betrekking tot het Hooger Onderwijs. Uiteenlopende vraagstukken, oa. met betrekking tot het Gymnasium (Doel van de opleiding; aansluiting daarvan op het hoger onderwijs of vorming van mogelijk zelfstandige studie; vakkenpakket; opleidingsduur); onderwijs op Hooge Scholen (afstemming tussen onderwijs en maatschappelijke behoefte aan geleerden; specialisatie van hoger onderwijsinstellingen en faculteiten en concentratie van leerstoel; wenselijkheid van eenheid van verordeningen tav Hoger onderwijsinstellingen); academische studies (Beperkingen en vrijheden van studie; lessen; orde van studie en studie tijd); professoren (Inkomen hoogleraren; pensioen Hoogleraren; vervulling van posten); Studenten; materiele subsidies; Academisch bestuur.

K.B. 23 oktober 1830, N°.92

Staatscommissie tot bezuiniging

Algemene bezuinigingen Rijk voor verlaging van de rijksuitgaven. In opdracht van Minister van Financiën. Kwam tot advies einde te maken aan Amortisatiesyndicaat ingesteld door Willem I in 1822. Zou uiteindelijk pas in 1840 gebeuren

K.B. 26 oktober 1841, N°.66

Staatscommissie tot onderzoek naar de stand van zaken inzake de Maatschappij van Weldadigheid

Onderzoek en advisering naar beheer van geinvesteerde gelden (en eventueel benodigd ingrijpen)

K.B. 25 juli 1848, N°.64 (en K.B. 4 augustus 1848, N°.50)

Speciale Commissie tot herziening der wetten en verordeningen, betrekkelijk de geneeskundige Staatsregeling en de uitoefening der onderscheidene takken van geneeskunst

De commissie betrekt veel zaken in haar advisering en levert op verschillende deelterreinen van haar onderwerp wetconcepten aan: Ontwerp van wet op het geneeskundig Staatsbestuur; ontwerp van wet op de uitoefening der geregtelijke geneeskunde; ontwerp van wet op de uitoefening der geneeskunst; ontwerp van wet op  de uitoefening der artsenij-bereid-kunst, en op den handel in geneesmiddelen en in heelkundige werktuigen;  ontwerp van wet op de examens ter uitoefening der geneeskunst en der artsenij-bereidkunst. Ook levert de commissie advies omtrent het onderwijs in de geneeskunst en in de artsenij-bereidkunst

K.B. 15 jan 1849 (Staatsblad No.3)

Staatscommissie-Van Ewijck, voor het hoger onderwijs

Ondersteuning en verbetering van het hoger onderwijs: toestand van het hoger onderwijs; Gebreken in het hoger onderwijs; Problemen en oorzaken daarvan in het hoger onderwijs; Middelen voor verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Ontwerp van een wet op het hoger onderwijs.

missive van de Mininster van Binnenlandse Zaken, 17 mei 1852 N°.248, 5e afdeling

Staatscommissie voor de internationale ruiling van voorwerpen van wetenschap en kunst

Bedoeld om (waardevolle en voordelige) ruilingen van internationale voorwerpen en kunst mogelijk te maken.

K.B. 29 november 1853, N°.66

Staatscommissie-Baud, voor de slavenemancipatie

Staatscommissie tot het voorstellen van maatregelen ten aanzien van de slaven in de Nederlandse Koloniën. De commissie adviseerde over het afschaffen van slavernij en het begeleiden van het proces van afschaffing en emancipatie.

K.B. 5 september 1855 (stb. N°.118

Staatscommissie betrekkelijk de circulatie van vreemde muntspeciën

met het oog op circulatie van vreemde munten (betalingsverkeer), gevolgen voor het muntwezen en stabiliteit van de munt.

K.B. 10 juli 1856, N°.61

Staatscommissie-De Monchy, omtrent de scheepvaartroute door Suez

Gevolgen van de doorgraving van de landengte van Suez voor de handel en rederijen van Nederland. Veranderingen op de wereldhanden ten aanzien van de doorsnijding van de landengte van Suez, te verwachten veranderingen en middelen om eventuele gevolgen zonder nadeel (of met zo min mogelijk nadeel) te doorstaan.

K.B. 29 oktober 1856, N°.71

Commissie tot onderzoek inzake der verhoogden waterspiegel op de rivieren de Waal en de Merwede

Onderzoek naar verhoogde waterspiegels op de rivieren de Waal en de Merwede

K.B. 25 april 1864, N°.43

Staatscommissie-Metelerkamp, over beheer en toezicht over de droogmaking der kleine plassen in Schieland beoosten Rotterdam

Ter ondersteuning en uitvoering droogmaking polder Schieland (Prins Alexanderpolder)

K.B. 16 juli 1866, N°.68

Staatscommissie-Fock, tot onderzoek van drinkwater in verband met de verspreiding van cholera en tot aanwijzing der middelen tot voorziening in zuiver drinkwater

Voorkoming en bestrijding van Cholera: Onderzoek verband tussen Cholera en de kwaliteit van het drinkwater en advies over voorziening in zuiver drinkwater

Beschikking van den Minister van Oorlog van 29 December 1866, N°.91

Staatscommissie-Delprat, tot herziening van de grondslagen der Koninklijke Militaire Academie

Herinrichting van het onderwijs en organisatie van de Koninklijke Militaire Academie

K.B. 26 augustus 1867, N°.28

Staatscommissie-De Vries Az. I, om de regeering te dienen van advies omtrent de regeling van de zaak der calamiteuse polders in Zeeland

De commissie moest adviseren over een verdeling van lasten van gewoon en buitengewoon onderhoud van zeeweringen van de calamiteuse polders in Zeeland (zo min mogelijk ter rekening voor het Rijk, gaat ook om het voldoen aan voorwaarden en vraagstukken van financiële verhoudingen) en moest adviseren omtrent de typering van calamiteuze waterschappen en het bevrijding van waterschappen uit calamiteuze toestand.

K.B. 13 februari 1869, N°.12

Staatscommissie-De Vries Az. II,  tot onderzoek der bezwaren in zake de Nieuwe Merwede

De Nieuwe Merwede is bedoeld als een veiligheidsmaatregel, het specifieke werk van de commissie is om zoveel mogelijk bezwaren tegen de (vorming van de) Nieuwe Merwede weg te nemen. Behandeling door de commissie en bestaat uit drie delen: 1)Beschouwingen betrekkelijk de vorming der Nieuwe Merwede; 2)Bezwaren die uit de vorming der Nieuwe Merwede zijn voortgevloeid; 3)middelen, waardoor uit de vorming der Nieuwe Merwede voortgevloeide bezwaren kunnen worden uit den weg geruimd. Bezwaren betreffen twee groepen: A) directe bezwaren, die uit werken voortvloeien aan de Nieuwe Merwede (door de vorming) B) Indirecte gevolgen van werken, waarvan het te voorzien is dat zij, althans in zekere mate op den duur zullen blijven bestaan (bv. bedijking)

K.B. 30 oktober 1872, N°.5

Staatscommissie omtrent het Muntwezen

De staatscommissie doet onderzoek naar nadelige gevolgen van genomen maatregelen in het muntwezen in Nederland en buitenland, met name Duitsland, en beraad zich op voorstellen voor middelen die kunnen worden aangewend om nadelen voor Nederland te voorkomen.

K.B. 8 februari 1873, N°.8

Commissie tot onderzoek en beantwoording van eenige vraagpunten het Noordzeekanaal betreffende

Onderzoek naar en advisering over het Kanaalpijl Noordzeekanaal in verband met eisen van de scheepvaart, afwatering, waterverversing van Amsterdam en wijze van aanleg en samenstelling van de havenhoofden in de Noordzee.

K.B. 30 januari 1878, N°.3

Staatscommissie nopens het verlenen van pensioen aan weduwen en wezen van 's Rijks burgerlijke ambtenaren en omtrent het weduwenfonds voor de ambtenaren van het algemeen bestuur

Pensioensverlening aan weduwen en wezen van burgerlijke rijksambtenaren; weduwenfonds voor de ambtenaren van het algemeen bestuur

K.B. 30 januari 1878, N°.3

Staatscommissie nopens het verlenen van pensioen aan weduwen en wezen van 's Rijks burgerlijke ambtenaren en omtrent het weduwenfonds voor de ambtenaren van het algemeen bestuur

Pensioensverlening aan weduwen en wezen van burgerlijke rijksambtenaren; weduwenfonds voor de ambtenaren van het algemeen bestuur

K.B. 28 februari 1880, N°.8

Staatscommissie Herziening Burgerlijk Wetboek

Herziening van Burgerlijk Wetboek deel I Personen

K.B. 26 januari 1881, N°.18

Staatcommissie inzake de toestand pensioenfonds burgerlijke sambtenaren en nadere regeling pensioenwezen in belang van burgerlijke ambtenaren en hun weduwen en wezen

Nadere regeling van het pensioenwezen voor burgerlijke ambtenaren en hun weduwen en wezen

K.B. 21 juli 1882, N°.1

Commissie zeeramp Rammonitor Adder

Onderzoek naar de oorzaken waaraan de zeeramp met de Rammonitor Adder moet worden toegeschreven. Schip zinkt zonder duidelijke oorzaak, niemand overleeft. Van een afstand zijn een aantal getuigen, maar ook dat biedt niet genoeg specifieke informatie. Een van zaken die de commissie onder de aandacht brengt is of de redding van schipbreukelingen aan particuliere organisatie kan worden overgelaten.

K.B. 11 mei 1883, N°.1

Staatscommissie- J. Heemskerk

Deze Staatscommissie werd op 11 mei 1883 ingesteld door het kabinet-Heemskerk en stond onder voorzitterschap van minister van Binnenlandse Zaken Heemskerk. Opdracht was onderzoeken welke bepalingen van de Grondwet moesten worden herzien. De commissie bracht op 25 januari 1884 haar eindverslag uit.  Dit was de basis voor de algehele Grondwetsherziening. Er was een moeizaam compromis bereikt voer uitbreiding van kiesrecht maar een nieuw onderwijsartikel haalde het niet.

K.B. 18 september 1886, N°.28

Staatscommissie tot Onderzoek naar de Toestand van de Landbouw

Omvangrijk onderzoek naar toestand van de Nederlandse Landbouw. Dit was voor de regering aanleiding om maatregelen te nemen. In 1886 werd de Staatscommissie voor de Landbouw in het leven geroepen om adviezen uit te brengen. De commissie adviseerde tot:
1 het nemen van wettelijke maatregelen tegen knoeierijen in de boterhandel; 2 het regelen van het landbouwonderwijs; 3 het oprichten van Rijkslandbouwproefstations (RLPS). Ook een regeling voor het landbouwkrediet ontworpen. Andere grote zaken: verbetering van de fokkerij van paarden, groot en klein vee en de verbetering van de landbouwverslagen. Ook de oprichting van het Staatsbosbeheer en de vorming van een afzonderlijke Afdeling Landbouw bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken zijn het indirecte gevolg van de aktiviteiten van de landbouwcommissie.

K.B. 28 maart 1887, N°.15

Staatscommissie tot het ontwerpen van een Wetboek van Strafrecht voor de Europeanen in Nederlandsch-Indië

Wetboek van Strafrecht voor de Europeanen in Nederlandsch-Indië. Opdracht: inrichting van het strafrecht zoveel mogelijk overeenkomstig het Nederlands wetboek van Strafrecht.

2 het regelen van het landbouwonderwijs;

K.B. 10 juni 1888, N°.26

Staatscommissie tot voorbereiding der Wettelijke regeling van den Militairen dienstplicht

Voorbereiding wettelijke regeling militaire dienstplicht; advies omvang land en zeemacht; advies achterwege laten krijgsbelasting; overgang naar dienstplichtselsel.

K.B. 23 augustus 1888

Staatscommissie inzake de Beri- Beri quaestie

Beri-Beri quaestie, bestrijding en genezing van de Beri-Beri ziekte, opheffing van de nadelige gevolgen van de ziekte voor het Indische leger.

K.B. 14 oktober 1888, N°.18

Staatscommissie Koffie-cultuur

Koffiecultuur (het verplicht verbouwen van koffie) in opdracht van de Nederlandse overheid op Java en Sumatra

K.B. 31 juli 1889, N°.27

Staatscommissie omtrent de vraag of de bestaande zeemacht van de Oost-Indische archipel overeenkomstig het koninklijk besluit van 16 november 1866, No.80 (Indisch-Staatsblad 1867, No.56) niet behoort te worden gewijzigd

Onderzoek naar de wijze waarop de defensie van Nederlands Oost-Indië staatkundig, technisch en financieel moet worden ingericht (al dan niet bij een zelfstandige Indische marine) en moet worden gefinancieerd (Lastenverdeling onder Nederlandse en Indische begroting).

K.B. 23 maart 1890, N°.28

Staatscommissie  van Zee- en Landmacht

Defensie van Nederland door land Zee- en Landmacht (inrichting).

K.B. 18 april 1890 (Staatsblad No.51), en later na beëindiging bij K.B. 29 september 1892, N°.50 tot het uitbrengen van verslag over de werkzaamheden van de staatscommissie

Staatscommissie-Rochussen II, arbeidsenquete. Voor de maatschappelijke toestanden van arbeiders, verhoudingen tussen werkgevers en arbeiders en de toestand van fabrieken en werkplaatsen met het oog op de veiligheid en gezondheid van arbeiders

Inzake maatschappelijke toestanden arbeiders, abeiders-werkgeversverhoudingen; veiligheid en gezondheid van arbeiders. Ook onderzoek naar onder meer behoefte aan officiele organen ter vertegenwoordiging van de belangen van arbeiders en tot voorkoming en bemiddeling van geschillen tussen arbeiders en werkgevers.

K.B. 4 april 1892, N°.20/ K.B. 10 januari 1895, N°.1

Staatscommissie begrafenisfonds

Over werking begrafenisfondsen en levensverzekeringbedrijf. Advies over wettelike regels ten aanzien van de werking van begrafenisfondsen en instellingen. Bij K.B. van 10 januari 1985, No1, wordt de taak verruimd tot de werking van het gehele levensverzekeringbedrijf

K.B.21 april 1892, N°.4

Staatscommissie om de regering van advies te dienen omtrent de Wettelijke regels die ten aanzien van het waterstaatsbestuur dienen te worden gesteld

Advies over wettelijke regels t.a.v. waterstaatsbestuur; ontwerpen van wet van 1 januari 1906 tot 1 maart 1921

K.B. 8 september 1892, N°.21

Staatscommissie onderzoek algemeen belang droogmaking Zuiderzee

Onderzoek of een afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee, op de wijze waarop die door de Zuiderzee-Vereniging is voorgesteld, in het Lands belang behoort te worden ondernomen, en zo ja, hoe dit werk tot uitvoering moet worden gebracht

K.B. 29 september 1892, N°.50. Betreft een instelling van de zelfde (laatste samenstelling van de)  commissie als benoemd bij Koninklijk besluit van 18 april 1890 (Staatsblad N°.51), dit keer om advies uit te brengen in de gewenste vorm, wat de eerdere commissie in gelijke samenstelling van leden nog niet had kunnen volbrengen

Staatscommissie-Rochussen III, voor de maatschappelijke toestanden van arbeiders, verhoudingen tussen werkgevers en arbeiders en de toestand van fabrieken en werkplaatsen met het oog op de veiligheid en gezondheid van arbeiders

Onderzoek naar onder meer behoefte aan officiele organen ter vertegenwoordiging van de belangen van arbeiders en tot voorkoming en bemiddeling van geschillen tussen arbeiders en werkgevers. Betrof maatschappelijke toestand van arbeiders, abeiders-werkgeversverhoudingen em veiligheid en gezondheid van arbeiders.

K.B. 10 januari 1895, N°.1 (Eerder bij K.B. 4 april 1892, N°.20)

Staatscommissie tot het ontwerpen eener Wettelijke regeling van het levensverzekeringbedrijf

Advies over wettelike regels ten aanzien van de werking van het gehele levensverzekeringbedrijf

K.B. 18 februari 1895, N°.18

Staatscommissie inzake marinebegroting

De commissie staat voor de taak te zorgen dat de marinebegroting overzichtelijker wordt en vooral meer inhoud achter de cijfers gaat prijsgeven. De commissie doet daartoe onderzoek naar gewenste wijzigingen in de inrichting van de marinebegroting en onderzoek naar gewenste wijziging in behorende bijlagen; De commissie doet onderzoek naar nodige wijzigingen bij de Rijkswerven om te komen tot een inzichtelijke inrichting van begroting en bijlagen. Ook doet de commissie onderzoek naar de eventuele noodzakelijkheid van het aantrekken van extra administratief personeel om de begrotingstaken te ondersteunen.

K.B. 31 juli 1895, N°.21

Staatscommissie tot onderzoek naar eventuele aanvullende maatregelen voor geldelijke uitkering bij invaliditeit onder werklieden

Onderzoek of naast de instelling van een aantal reeds getroffen voorzieningen nog aanvullende voorzieningen moeten worden getroffen voor de voorziening in het onderhoud van ouderen of blijvend arbeidsongeschikten door invaliditeit onder werkleiden.

K.B. 4 april 1896, N°.19

Staatscommissie tot het instellen van een onderzoek betreffende den Waterweg van Dordrecht naar Zee

Onderzoek naar wat nodig is om de Waterweg van Dordrecht naar zee bevaarbaar te maken of te houden,de kosten daarvan en eventuele mogelijkheden voor gebruik van de waterweg van Dordrecht naar zee voor landverdediging en oorlogsdreiging.

K.B. 20 februari 1897, N°.1

Staatscommissie voor het internationaal privaatrecht

Onderbouwing internationale verdragen

K.B. 18 oktober 1897, N°.32

Staatscommissie tot voorbereiding van maatregelen tegen verontreiniging van openbare wateren

Voorkomen en beperken verontreiniging openbare wateren in verband met de volksgezondheid

K.B. 21 oktober 1898, N°.15

Staatscommissie inzake samensmelting van de officierskorpsen

Advies over mogelijke samensmelting van officierskaders tot één korps (en daarvoor nodig geachte wettelijke regels) of indien ongewenst, advisering over het aanbrengen van nauwere verbanden tussen de officiersonderdelen.

K.B. 11 juli 1899, N°.32

Staatscommissie-De Roo, inzake materiaal en middelen departement van oorlog

Verantwoording over het beheer en de besteding van materiaal en middelen bij het departement van oorlog. Benoemd bij Koninklijk besluit van 11 juli 1899, No. 32, ingevolge artikel 6 der Wet van 29 december 1898 (Staatsblad No.279)

K.B. 13 december 1900, N°.50

Staatscommissie ter voorlichting van den Minister van Oorlog omtrent de meest economische wijze, waarop ware te voorzien in de behoefte aan granen en paarden bij eene eventuele insluiting van de Stelling van Amsterdam in Oorlogstijd

Voorziening in behoefte aan granen en meel voor de voeding van mensen en paarden bij een eventuele insluiting van de Stelling van Amsterdam: Voorraden en benodigdheden; advies omtrent voorbereidende maatregelen in vredestijd; voorgestelde begroting voor de gewenste hoeveelheid meel en granen.

K.B. 24 februari 1902, N°.24

Staatscommissie ter voorlichting van den Minister van Oorlog omtrent de meest economische wijze, waarop ware te voorzien in de behoefte aan brand- en lichtstoffen bij eene eventuele insluiting van de Stelling van Amsterdam in oorlogstijd

Voorziening in behoefte aan brand- en lichtstoffen gedurende een tijd van zes maanden, bij een eventuele insluiting van de Stelling van Amsterdam; Eventuele maatregelen die kunnen worden getroffen in tijd van vrede, uitgaven verbonden aan die maatregelen.

K.B. 17 mei 1902, N°.17

Staatscommissie verkeersverbindingen in en om Utrecht.

Staatscommissie om te onderzoeken op welke wijze de spoorwegen, de gewone wegen en de waterwegen in en rondom Utrecht zouden behooren te worden gewijzigd. Verbeteren van spoorverbindingen, wegen en waterwegen in en rondom Utrecht. Onderzoek naar en advies over knelpunten mbt het verkeer in en rondom Utrecht, met als achterliggende gedachte het geschikt maken van infrastructuur voor bestaande en nieuwe bebouwing en het bevorderen van een goede doorstroming van verkeer.

K.B. 31 juli 1902, N°.30

Staatscommissie voor de verpleging van krankzinnigen en personen met gekrenkte of achtergestelde vermogens

Onderzoek naar geprefereerde behandeling van geesteszieke personen die door de strafrechter aan de staat ter beschikking zijn gesteld of qua conditie vergelijkbaar zijn.

K.B. 28 februari 1903, N°.17

Staatscommissie tot het uitbrengen van advies omtrent de vraag: of het wenschelijk en mogelijkheid is om verandering te brengen in de bestaande militaire toestanden in de West-Indische koloniën

Betreft een geheim rapport van de staatscommissie. De staatscommissie moest adviseren over eventuele reorganisatie van de verdediging van de koloniën. De staatscommissie moest adviseren over de vraag wat de jaarlijks terugkerende uitgaven voor de bezetting van de koloniën suriname en Curacao zouden zijn en of die uitgaven in verhouding zouden staan tot het volbrengen van de taak van de regering. Eveneens moest de commissie oordelen of de bezetting ook (deels) zou kunnen worden vervangen door gewapende politiekorpsen, waar dat een financieel voordeel voor het rijk zou opleveren.

K.B. 28 februari 1903, N°.17

Staatscommissie tot het uitbrengen van advies omtrent de vraag: of het wenschelijk en mogelijkheid is om verandering te brengen in de bestaande militaire toestanden in de West-Indische koloniën

Betreft een geheim rapport van de staatscommissie. De staatscommissie moest adviseren over eventuele reorganisatie van de verdediging van de koloniën. De staatscommissie moest adviseren over de vraag wat de jaarlijks terugkerende uitgaven voor de bezetting van de koloniën suriname en Curacao zouden zijn en of die uitgaven in verhouding zouden staan tot het volbrengen van de taak van de regering. Eveneens moest de commissie oordelen of de bezetting ook (deels) zou kunnen worden vervangen door gewapende politiekorpsen, waar dat een financieel voordeel voor het rijk zou opleveren.

K.B. 21 maart 1903, N°.49

Staatscommissie voor de reorganisatie van het onderwijs

Verbetering van het lager- middelbaar en hoger onderwijs

K.B. 20 april 1903, N°.27

Staatscommissie van enquête omtrent het spoorwegpersoneel

Onderzoek naar rechtsverhoudingen en de voorwaarden waaronder het personeel bij het spoorwegbedrijf in dienst is, naar eventuele ontevredenheden van het personeel over tal van mogelijke zaken en eventeele wijzingingsvoorstellen.

K.B. 20 april 1903, N°.27

Staatscommissie van enquête omtrent het spoorwegpersoneel

Onderzoek naar rechtsverhoudingen en de voorwaarden waaronder het personeel bij het spoorwegbedrijf in dienst is, naar eventuele ontevredenheden van het personeel over tal van mogelijke zaken en eventeele wijzingingsvoorstellen.

K.B. 22 september 1903, N°.51

Staatscommissie omtrent eventuele wijziging of aanvulling van het wetboek van strafrecht

Advies voor eventuele wijziging of aanvulling van wetboek van Strafrecht en bescherming van maatschappelijke normen inzake bedelarij en landloperij; woonwagens en woonschepen en habituele dronkenschap.

K.B. 22 september 1903, N°.51

Staatscommissie omtrent eventuele wijziging of aanvulling van het wetboek van strafrecht

Advies voor eventuele wijziging of aanvulling van wetboek van Strafrecht en bescherming van maatschappelijke normen inzake bedelarij en landloperij; woonwagens en woonschepen en habituele dronkenschap.

K.B. 23 maart 1904, N°.19

Staatscommissie inzake de veestapel bij een eventuele insluiting van de Stelling van Amsterdam

Voorziening in behoefte aan vee en Verzorging van de veestapel bij eventuele insluiting van de Stelling van Amsterdam, voor een periode van zes maanden

K.B. 15 april 1904, N°.23

Staatscommissie voor de Electrische Geleidingen

Onderzoek of er maatregelen genomen dienden te worden met betrekking tot de aanleg en het gebruik van electrische geleidingen (veiligheid).

K.B. 9 juni 1904, N°.36

Staatscommissie voor den Middenstand

Advies over eventeel te nemen maatregelen door de regering in het belang van de handeldrijvende en industriele middenstand.

K.B. 23 oktober 1905, N°.56

Staatscommissie voor Grondwetsherziening

Wijzigingsvoorstellen voor de grondwet. Deze Staatscommissie werd op 23 oktober 1905 ingesteld door het kabinet-De Meester. Voornaamste taak was het zoeken van een oplossing van de vraag hoe de kiesrechtuitbreiding moest worden geregeld. Voorzitter was het conservatief-liberale Tweede Kamerlid (en oud-minister) mr. W.H. de Beaufort. De commissie bracht een verdeeld advies uit over het kiesrecht, waarbij de meerderheid voorstelde een blanco artikel in te voeren. Daardoor zou aan de 'gewone' wetgever worden overgelaten wie er kiesrecht kregen en zou daarvoor niet langer herziening van de Grondwet nodig zijn. Tot uitwerking van haar voorstellen kwam het niet. Of het rapport door de regering aan de Tweede Kamer werd aangeboden kon niet worden achterhaald. Op 15-10-1907 werden wel enkele wetsvoorstellen, voortkomende uit de adviezen van de Commissie-De Beaufort, aan de Tweede Kamer aangeboden. Deze werden echter weer ingetrokken.

K.B. 28 november 1905, N°.53

Staatscommissie inzake verpleegmiddelen bij een eventuele insluiting van de Stelling van Amsterdam

Maatregelen voor een spaarzaam verbruik van voorraden verpleegmiddelen bij een eventuele insluiting van de Stelling van Amsterdam en vooraf  te treffen maatregelen t.b.v. de voorraad verpleegmiddelen

K.B. 22 februari 1906, N°.23

Staatscommissie voor het Zalmvraagstuk

Onderzoek omtrent middelen die de aanwezigheid van zalm in de Nederlandse rivieren bevorderen en advies omtrent de vraag of het wenselijk is uitzettingen van jonge zalmpjes te doen in de benedenrivieren

K.B. 30 juli 1906, N°.75

Staatscommissie inzake eigendom en registratie van onroerende goederen en schepen

Advies over herziening van wetgeving op registratiebelasting en hypotheekrechten,  eigendomsoverdracht van onroerende goederen, vestiging van hypotheek, kadastrale boekhouding en reorganisatie van het dienstvak van de registratie.

K.B. 3 augustus 1906, N°.39

Staatscommissie tot herziening van het Koninklijk Besluit van 27 juli 1896 (Staatsblad No. 141)

Advisering over de wijze waarop de lasten van de zeemacht in Nederlands Indië in de toekomst moeten worden gedragen.

K.B. 3 augustus 1906, N°.39

Staatscommissie tot herziening van het Koninklijk Besluit van 27 juli 1896 (Staatsblad No. 141)

Advisering over de wijze waarop de lasten van de zeemacht in Nederlands Indië in de toekomst moeten worden gedragen.

K.B. 2 mei 1907, N°.45

Staatscommissie voor de Weegwerktuigen

Rijkstoezicht op weegwerktuigen; nodig geachtte wettelijke voorstellen en regelingen en toelichtingen op deze voorstellen. rapport bestaat op de introductie na uit gegroepeerde minderheidsnota's.

K.B. 7 juni 1907, N°.46

Staatscommissie voor het Reddingwezen op de Nederlandsche Kust

Onderzoek of op of vanuit de vaste wal voorzienningen behoren te worden getroffen om bij scheepsrampen op de Nederlandse kust, het verlies van mensenlevens tegen te gaan; onderzoek of en zo ja welke wijzigingen in de organisatie van het reddingwezen moeten worden aangebracht, teneinde een zo groot mogelijk nuttig effect daarvan te verzekeren. Directe aanleiding tot het instellen van de commissie was de schipbreuk van de Berlin in februari 1907, waarbij veel drenkelingen de dood vonden, ondanks een goed uitgerust reddingwezen ter plekke (bij Hoek van Holland). De commissie beschrijft onder meer het Nederlandse Reddingwezen op de Nederlandse kust, zowel materieel als personeel en organisatie. De commissie komt met voorstellen voor maatregelen die scheepsrampen moeten helpen voorkomen, onder meer aan de hand van studiereizen naar buitenland en inwinnen van inlichtingen omtrent het reddingwezen in het buitenland

K.B. 19 mei 1908, N°.32

Staatscommissie voor de Arbeidsvoorwaarden der Rijkswerklieden

Arbeidsvoorwaarden voor Rijkswerklieden. De commissie moet een wildgroei aan versplinterde regelingen voor rijkswerklieden terugbrengen tot een zoveel mogelijk overeenstemmend geheel.inventarisatie van arbeidsvoorwaarden voor rijkswerklieden; unificatie van arbeidsvoorwaarden voor rijkswerklieden. Verder moet de commissie zich beraden op de wenselijkheid van de instelling van een vaste commissie van advies, die zich preventief moet buigen over toekomstige wijzigingen in de arbeidsvoorwaarden van rijkswerklieden.

K.B. 22 juni 1909, N°.26

Staatscommissie voor de omgang met schrijfwijze van de Nederlandse taal

Onderzoek naar de vraag "Welke de gedragslijn der Regeering behoort te zijn ten opzichte van de schrijfwijze der Nederlandsche taal, wanneer inzichten omtrent die schrijfwijze met elkander in strijd geraken". De commissie doet voorstellen voor omgang met schrijftaal voor de regering t.o.v. het bestuur. De commissie schrijft zelf géén spelling voor, maar beperkt zich alleen tot vraagstukken van omgang met schrijfwijzen van de Nederlandse taal.

K.B. 13 augustus 1909, N°.40

Staatscommissie inzake den toegang tot Nederland door het Noordzeekanaal

Benutten van wereldhandelspositie door het ontwikkelen van waterwegen en faciliteiten die voldoen aan en meegaan met eisen van de tijd, qua capaciteit, groote van de schepen, omvang van de handel en eventuele landsveiligheid

K.B. 13 augustus 1909, N°.40

Staatscommissie inzake den toegang tot Nederland door het Noordzeekanaal

Benutten van wereldhandelspositie door het ontwikkelen van waterwegen en faciliteiten die voldoen aan en meegaan met eisen van de tijd, qua capaciteit, groote van de schepen, omvang van de handel en eventuele landsveiligheid

K.B. 24 maart 1910, N°.16

Staatscommissie-Th. Heemskerk I, voor Grondwetsherziening

Grondwetherziening. Concept Ontwerp-grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden met memorie van toelichting. De commissie moest adviseren over uitbreiding van het kiesrecht en over het onderwijsartikel. De commissie bracht in mei 1912 haar rapport uit, maar kon niet met een eensluidend advies komen. De werkzaamheden van de Staatscommissie leidden niet tot herziening van de Grondwed

K.B. 2 juni 1910, N°.135

Staatscommissie Hoogeboom, voor de reorganisatie van het militair onderwijs bij de landmacht

Reorganisatie van het Militair onderwijs bij de Landmacht

K.B. 10 augustus 1910, N°.26

Staatscommissie-Van Leeuwen

Onderzoek tot vereenvoudiging en verbetering van de inwendige organisatie van de Departementen van Algemeen Bestuur. Eveneens op een aantal punten internationale vergelijkingen tussen departementen van Algemeen Bestuur opgenomen. Als bijlage bij rapport is opgenomen het geheime rapport van staatscommissie Repelaer van Driel (1818-1822) aan Willem I. Vormt hier tevens een reactie op.

K.B. 13 oktober 1910, N°.21

Staatscommissie van advies, omtrent de vraag: welke maatregelen zullen zijn te nemen, om te komen tot herziening van de bestaande verhouding tusschen het Gouvernement en de Protestansche Kerk in Nederlands-Indië

Inzake verhouding tussen het Gouvernement en de Protestantse Kerk in Nederlands Indië. Doel is het vergroten van de zelfstandigheid van de protestantse kerk in Nederlands Indië,  het verkleinen van overheidsbemoeienis met de protestantse kerk in Nederlands Indië. De staatscommissie brengt Proeve van Regelementen voor de Algemeene Protestantse Kerk in Nederlandsch-Indië.

Onbekend

Staatscommissie-De Beaufort

Staatscommissie voor Grondwetsherziening

K.B. 14 juli 1911, N°.60

Staatscommissie inzake electriciteitsvoorziening

K.B. 4 november 1911, N°.40

Staatscommissie voor de herziening van het wetboek van burgerlijke rechtsvordering

Burgerlijk procesrecht, Ontwerp wetboek van Burgerlijke rechtsvordering

K.B. 5 juni 1912, N°.60

Staatscommissie-Th. Heemskerk II, voor de verdediging van Nederlands Indië

Staatscommissie om de inrichting van de verdediging van Nederlands Indië, te land en ter zee vanuit een staatkundig, technisch en finacieel standpunt te onderzoeken en adviezen te doen over verbetering en financiering.  De staatscommissie behandelt haar opdracht op dezelfde punten waarop zij haar rapport schrijft: 3 hoofdstukken: 1)staatkundige beschouwingen; 2)Technische beschouwingen en daaruit voortvloeiende voorstellen tot herziening van de inrichting van de verdediging van Nederlands-Indië, met kosten berekening; 3) De financiële beschouwingen en in verband daarmede het voorstel omtrent de verdeling van de kosten der vloot tusschen de staatsbegroting en de begroting van Nederlands- Indië

K.B. 15 november 1913, N°.45

Staatscommissie-Oppenheim

Onderzoek naar de vraag , welk stelsel van evenredig kiesrecht voor onze vertegenwoordigende lichamen het meest te verkiezen valt. Ontwerp van Wet tot wijziging der Kieswet, met betrekking tot de verkiezing der leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, van de Provinciale Staten en van den Gemeenteraad: Evenredig kiesrecht voor de rechtstreeks gekozen vertegenwoordigende lichamen; evenredig kiesrecht voor de indirect gekozen Eerste Kamer. De Staatscommissie-Oppenheim moest advies uitbrengen over het nieuwe kiesstelsel. Op basis van het advies diende het kabinet een wetsvoorstel in tot invoering van het algemeen mannenkiesrecht en van de evenredige vertegenwoordiging. Dit resulteerde in 1917 tot wijziging van de Grondwet.

K.B. 31 december 1913, N°.10

Staatscommissie-Bos I (Pacificatiecommissie)

Staatscommissie inzake de regeling van de subsidiëring van het bijzondere onderwijs. Regeling van de financiële grondslag van het onderwijs (niet noodzakelijkerwijs één en dezelfde grondslag voor respectievelijk lager, middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs)

K.B. 31 december 1913, N°.10

Staatscommissie-Bos I (Pacificatiecommissie)

Staatscommissie inzake de regeling van de subsidiëring van het bijzondere onderwijs. Regeling van de financiële grondslag van het onderwijs (niet noodzakelijkerwijs één en dezelfde grondslag voor respectievelijk lager, middelbaar en voorbereidend hoger onderwijs)

K.B. 3 maart 1914, N°.4

Staatscommissie om te onderzoeken welk tracé uit een technisch en economisch oogpunt het meest in aanmerking komt voor een kanaal tot verbinding van Twenthe met de scheepvaartwegen in Nederland

Verbinding van het industriegebied van Twenthe met de scheepvaartwegen in Nederland

K.B. 19 maart 1914, N°.21

Staatscommissie betreffende verkeerstoestanden in en nabij Rotterdam

Verbetering van het verkeer om en nabij Rotterdam. Advisering over de verbetering van het verkeer voor wat betreft zowel het spoor-, stads- en waterverkeer.

K.B. 25 november 1914, N°.42

Staatscommissie-Drucker, ter voorbereiding van de herziening van de overgangsbepalingen der Auteurswet 1912

Herziening overgangsbepalingen Auteurswet 1912. De door de minister van Justitie informele getypeerde enquete-commissie getypeerde staatscommissie maakt een overgangsregeling tussen nationale en internationale wetgeving op het gebied van het auteursrecht. De commissie verhoort voor de basering van haar advies  51 personen, belanghebbenden voor zichzelf of voor vertegenwoordiging van groeperingen, 2 belanghebbenden bij kopijrecht of dergelijks en 2 rechtsgeleerden, bekend met de toepassing van de auteurswet.

K.B. 8 november 1915, N°.38

Staatscommissie-De Meester, ter voorbereiding van een algemeene herziening der niet-militaire pensioenwetgeving

Pensioenrecht van burgerlijke ambtenaren en bepaalde groepen niet-militaire pensioensgerechtigden en hun weduwen en wezen. Voorbereiding algemeene herziening van de niet-militaire pensioenwetgeving; ontwerp van wet betreffende Verleening van pensioenen aan ambtenaren en hun weduwen en wezen; pensioenrecht van burgerlijke ambtenaren en bepaalde groepen niet-militaire pensioensgerechtigden en hun weduwen en wezen.

K.B. 20 maart 1916, N°.23

Staatscommissie met opdracht een onderzoek in te stellen omtrent de oorzaken van buitengewone hooge waterstanden, tijdens den stormvloed van 13/14 januari 1916 voorgekomen op de in Zuidholland gelegen benedenrivieren, meer bepaaldelijk op den Rotterdamschen Waterweg

Oorzaken van de buitengewoon hoge waterstanden tijdens de stormvloed van 13 op 14 januari 1916 op de in zuid-Hholland gelegen benederivieren, en meer bepaaldelijk op de Rotterdamse Waterweg.

K.B. 16 juni 1916, N°.7

Staatscommissie van advies omtrent schrijfwijzen van de Nederlandse taal bij onzekerheden over taal en algemene schrijfwijzen van taal

Advies over schrijfwijze bij het ontbreken van algemene schrijfwijzen van de Nederlandse taal en daaruit voortkomende welke onzekerheden over de uitleg van het geschrevene. Regels over schrijfwijze van de Nederlandse taal voor de overheid. Advies voor de regering aan de regering; gramatisch gelacht; spelling van Nederlandse woorden; spelling van verbasterde woorden.

K.B. 4 december 1916, N°.48

Staatscommissie Salverda de Grave II, Staatscommissie voor de herziening der dienstvoorwaarden waaronder het personeel der posterijen, telegrafie en telefonie werkzaam is

Onderzoek naar voorwaarden waaronder het personeel van posterijen, telegrafie en telefonie werkzaam zijn en de voorwaarden waartegen hun dienstbetrekkingen worden geëindigd. Advisering omtrent voorwaarden. oa. Algemene bepalingen; Conduite Staten; Aanstelling; Verplichtingen van de Ambtenaar; Bezoldiging; Vergoeding van Kosten en Schaden; Belooningen en Gratificatieën; Arbeidsduur; Ziekteregeling; Verlof; Maatregelen van Orde; Straffen; Beroep tegen opgelegde straffen en schadevergoedingen; Beëndiging van de dienstbetrekking. Ontwerp-Besluit tot vaststelling van dienstvoorwaarden voor het personeel der Posterijen, Telegrafie en Telefonie.

K.B. 27 maart 1917, N°.6

Staatscommissie voor de salarisregeling van burgerlijke rijksambtenaren en beambten

De staatscommissie Stork werd in het leven geroepen om advies te geven over de salariëring van Rijksambtenaren en Rijksbeambten. De staatscommissie kreeg de nadrukkelijke instructie mee zichzelf niet te richten op de omstandigheden van de oorlog, maar haar focus te richten op een toereikend systeem dat moest werken onder normale omstandigheden na de oorlog. Het toenmalige stelsel werd ernstig gedateerd verondersteld en concrete aanwijzingen van miswerking, zoals structurele armoede onder ambtenaren en personeelsproblematiek waren aanwezig. De commissie is op zoek naar een juiste waardering van functies, ondersteuning in de levensfasen van haar personeel en juiste waardering van ontwikkeling van personeel binnen functies. De commissie trekt haar verantwoordelijkheden breed en streeft qua positionering ook enige afspiegeling met de salariëring in de private sector na en trekt het onderwerp breder in het kader van de totaliteit aan beloningen aan ambtenaren .

K.B. 21 mei 1917, N°.27

Staatscommissie ter voorbereiding van algemene wettelijke regelen betreffende den rechtstoestand van ambtenaren

Materieel ambtenarenrecht en formeel procesrecht van ambtenaren

K.B. 13 juni 1917, N°.79

Staatscommissie Muysken I tot voorbereiding van de herziening van de loonregeling van spoorwegpersoneel

Onderzoek naar Loonregeling spoorwegpersoneel

K.B. 18 juni 1917, N°.58

Staatscommissie tot onderzoek naar de ontwikkelingen der jeugdige personen van 13-18 jaar

Onderzoek naar wat geschiedt in het belang van de ontwikkeling van jeugdige personen (activiteiten die maatschappelijk en van overheidswege  worden ondernomen voor de vorming van de jeugd). Het betreft hier zowel door overheid als door maatschappelijke organisaties etc. Het rapport gaat vooral over onderwijs en ontwikkelingspogingen door "organisaties, vereenigingen en instelleingen, welek de commissie samenvat onder de term vrije jeugdvorming"

K.B. 31 julli 1917

Staatscommissie aan welke is opgedragen een onderzoek in te stellen naar de doeltreffendheid van de door niet wettelijk toegelaten beoefenaren van de geneeskunst, toegepaste geneeswijze en naar de door dezen verkregen resultaten

Onderzoek naar de doeltreffendheid van niet wettelijk toegelaten beoefenaren van de geneeskunst, door hen toegepaste geneeswijzen en resultaten

K.B. 29 januari 1918, N°.42

Staatscommissie Muysken II tot voorbereiding van de herziening van de loonregeling van spoorwegwerkplaatspersoneel

Voorbereiding herziening loonregeling van spoorwegwerkplaatspersoneel

K.B. 15 februari 1918, N°.66

Staatscommissie omtrent de opleiding tot zeeofficier en machinist

Doel was het oordeel van de staatscommissie over a: de bij de Koninklijke Marine Bestaande opleidingen voor Zee-officier en machinist. en B: over de getroffen maatregelen om meerderen toeloop voor de opleiding tot zee-officier te verzekeren en daarbij tevens de vraag te beantwoorden in hoeverre deze maatregelen wijziging of aanvulling behoeven ten einde het korps zee-officieren voltallig te kunnen houden.

K.B. 3 mei 1918, N°.29 (gewijzigd bij K.B. 24 mei 1918, N°.76)

Staatscommissie sleeptank

Onderzoek naar de mogelijkheid en noodzakelijkheid van de totstandkoming van een sleeptank (proefdok, voor het testen van vaareigenschappen en invloeden van aqua- en aerodynamica) ) in Nederland en eventuele totstandkoming en exploitatie van een zodanige inrichting.

K.B. 16 mei 1918, N°.72

Staatscommissie handelsonderwijs en accountantswezen

Onderzoek naar de wenselijkheid van Wettelijke regeling van het handelsonderwijs en het accountantswezen. Ontwerp wet tot regeling van het hooger handelsonderwijs en memorie van toelichting; Ontwerp van wet tot regeling van het lager- en middelbaar handelsonderwijs, met ontwerp van algemene maatregel van bestuur, met ontwerp memorie- van toelichting en ontwerp van vijf algemene maatregelen van bestuur; Ontwerp van wet tot regeling van het accountantswezen met memorie van toelichting en een ontwerp van algemene maatregel van bestuur.

K.B. 24 mei 1918, N°.76 (Eerder bij K.B. 3 mei 1918, N°.29)

Staatscommissie sleeptank

Onderzoek naar de mogelijkheid en noodzakelijkheid van de totstandkoming van een sleeptank (proefdok, voor het testen van vaareigenschappen en invloeden van aqua- en aerodynamica) ) in Nederland en eventuele totstandkoming en exploitatie van een zodanige inrichting.

K.B. 3 juli 1918, N°.25

Staatscommissie tot bestrijding van de tuberculose

Bestrijding van Tuberculose

K.B. 2 november 1918, N°.110

Staatscommissie Bioscoopgevaar

Onderzoek naar verbonden gevaar aan bioscoopvoorstellingen; Vervolgens uitvoering van de wet: Na de vaststelling van de bioscoopwet bij brief van 20 mei 1926, No. 3534, afd. B.B.  werd de commissie opnieuw advies gevraagd. Dit maal omtrent zaken die te maken hadden met de uitvoering van de bioscoopwet, zoals vergunningsrecht, keuringsrecht, algemene maatregelen van bestuur t.a.v. een aantal commissies naar aanleiding van de bioscoopwet.

K.B. 6 december 1918, N°.7

Staatscommissie tot voorbereiding van de herziening der Gemeentewet

Voorbereiding Herziening gemeentewet met Modernisering: aanpassing van de wet aan de behoeften van de tijd en de veranderde omstandigheden en ontwikkeling van gemeenten. Binnen het kader van de grondwet, met uitsluiting van de wet die het plaatselijke belastingstelsel regelt.

K.B. 9 december 1918, N°.20

Staatscommissie, ingesteld om te onderzoeken, welke bezoldiging worde genoten door de burgemeesters en de ambtenaren en werklieden in dienst der gemeenten

Over bezoldiging van burgemeesters en gemeenteambtenaren. Onderzoek naar verschillende categorien werknemers en hun verdiensten. De commissie doet grootschalig onderzoek, constateert onverklaarbaar grote verschillen in bezoldiging van soortgelijke functies en constateert grote verschillen in functies en indelingen van functies in gemeenten

K.B. 20 december 1918, N°.78

Staatscommissie-Ruijs de Beerenbrouck

De Staatscommissie-Ruijs de Beerenbrouck hield zich bezig met mogelijke verandering van de Grondwet ten aanzien van de troonopvolging, de Staten-Generaal (met name de wijze van verkiezing van de Eerste Kamer), het volksinitiatief, het referendum en de instelling van nieuwe publiekrechterlijke lichamen. De commissie bracht op 27 oktober 1920 verslag uit. Ingrijpende voorstellen, die waren ingegeven door de wens tot democratisering na de mislukte revolutiepoging in 1918, werden echter niet gerealiseerd. Zo kwam er geen mogelijkheid tot referendum om kiezers zich te kunnen laten uitspreken over een Grondwetsherziening. Voornaamste onderwerpen: troonopvolging, de Staten Generaal, het volksinitiatief, het referendum en de mogelijkheid tot instelling van andere publiekrechtelijke lichamen dan de reeds door de Grondwet erkende publiekrechtelijke lichamen.

K.B. 8 januari 1919, N°.48

Staatscommissie tot het instellen van een onderzoek naar hetgeen tijdens den toestand van oorlogsgevaar heeft plaatsgevonden ter zake van de voorziening van het land met levensbehoeften 

Onderzoek in 3 afdelingen: "afdeling A doet onderzoek naar contracten, gesloten door de regering en doet onderzoek naar de uitvoering van wetten die het crisisbeleid raken; afdeling B. doet onderzoek naar maatregelen genomen tijdens de toestand van oorlogsgevaaar inzake productie en disctributie; Afdeling C. doet onderzoek naar de samenstelling, aard en werkwijze van de commissies en organisaties opgericht ter verzorging van de belangen van de voorziening van het land met levensbehoeften en grondstoffen.

K.B. 2 mei 1919, N°.52

Staatscommissie in zake mond- en klauwzeer

Eventuele bemoeienis van de staat in de bestrijding van mond- en klauwzeer; onderzoek naar mond- en klauwzeer; voorstellen tot aanpak van de bestrijding van mond- en klauwzeer

K.B. 2 mei 1919, N°.52

Staatscommissie in zake mond- en klauwzeer

Eventuele bemoeienis van de staat in de bestrijding van mond- en klauwzeer; onderzoek naar mond- en klauwzeer; voorstellen tot aanpak van de bestrijding van mond- en klauwzeer

K.B. 8 juli 1919, N°.35

Staatscommissie voor de herziening (wijziging) van de wet op de coöperatieve vereenigingen

Vraagstuk van de commissie is of het wenselijk is dat er naast de wet van 17 november 1876 (staatsblad no. 227) en de wet van 20 januari 1896 (staatsblad no. 9) een niewe wet komt in verband met onderscheid tussen cooperatieve en andere verenigingen.

K.B. 17 juli 1919, N°.65

Staatscommissie tot herziening van dienstvoorwaarden voor het spoorwegpersoneel

Dienstvoorwaarden spoorwegpersoneel

K.B. 17 juli 1919, N°.65

Staatscommissie tot herziening van dienstvoorwaarden voor het spoorwegpersoneel

Dienstvoorwaarden spoorwegpersoneel

K.B. 23 augustus 1919, N°.58

Staatscommissie in zake de duurte

Onderzoek naar de bestaande duurte van de voornaamste levensbehoeften; voorstellen voor het tegengaan van algemene prijsstijging of voorstellen voor het tegengaan of beperken van prijsstijgingen voor bepaalde artikelen

K.B. 26 november 1919, N°.38

Staatscommissie inzake Luchtvaart

Diverse onderwerpen met betrekking tot ontwikkelende Luchtvaart. Onder andere reglementering, handelsmogelijkheden, luchtvaartwegen, luchtvaartconventie, internationale samenwerking op het gebied van luchtvaart, etc.

K.B. 11 maart 1920, N°.56

Staatscommissie voor socialisatie van goederen

De Socialisatiecommissie buigt zich over productie en opbrengesten van die productie en kijkt naar middelen om de opbrengsten van productie in grotere mate beschikbaar te stellen aan het algemeen belang. Hierbij kijkt de commissie zowel naar organisatiemiddelen als naar verdeling van het bedrijfsinkomen.

K.B. 20 december 1920, N°.81, gewijzigd bij K.B. 29 september 1925, N°.32 en nader gewijzigd bij K.B. 22 juni 1929, N°.19

Bezuinigingscommissie

Onderzoek naar werkwijze departementen van Algemeen Bestuur; Onderzoek naar mogelijkheid van bezuinigingen door doelmatiger werkwijze  en bezuiniging op personeel en materieel bij departementen van Algemeen bestuur.

K.B. 7 januari 1921, N°.39

Staatscommissie inzake den aanleg van een verbeterden scheepvaart-weg van Amsterdam naar den Boven-Rijn

Vebetering van de scheepvaartroute van Amsterdam via het Merwedekanaal naar de Boven-Rijn

K.B. 6 april 1921, N°.19

Staatscommissie voor het muntwezen

Muntwezen. Advies omtrent de toestand op het gebied van het muntwezen, eenheid van munt en samenhangende vraagstukken

K.B. 16 april 1921, N°.144

Staatscommissie voor de regeling der rechtspositie van de kerkgenootschappen

Beantwoording van de vraag of het nodig en wenselijk is wettelijk regelen in te voeren. De commissie adviseert over deelname van kerkgenootschappen aan het rechtsverkeer, de vrijheid van kerken om hun interne aangelegenheden te regelen, burgerrechtelijke gevolgen van kerkelijke regelementen en voorschriften, raadpleging  van kerkgenootschappen bij wetgeving en bestuurlijke kwesties.

K.B. 18 augustus 1921, N°.85

Staatscommissie inzake de Financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten

Ook wel de 'bezuinigingscommissie'  genoemd. Deze commissie bekijkt onder andere: stelsel van algemene uitkeringen van Rijk aan gemeenten; medebewind, draagkracht, nooduitkeringen aan gemeenten;  inkomsten gemeenten; uitgaven van gemeenten in het algemeen belang.

K.B. 22 juli 1922, N°.11 (gebundeld verslag met in verbinding gestelde staatscommissie (K.B. 19 augustus 1922, N°.59)

Burgerlijke Salariscommissie

Doel is het in onderling verband brengen van salarissen en pensioenen, wegnemen van leemten en onredelijkheden o.a.; Ontwerp van een regeling voor de toekenning van tegemoetkoming in de vorm van tijdelijke toelages t.a.v. plaatselijke omstandigheden die kunnen voorkomenNederlands-Indisch bezoldigings-en pensoienstelsel. Advies en voorstellen omtrent de herziening van de inkomsten- en pensioensregelingen voor burgerlijke landsdienaren in Nederlands Indie. Grondslagen, pensioen, verlof, geneeskundige behandeling,Voorpraktijk- Diploma- en Dispensatieregeling, overgangsbepalingen, woninghuur-regeling, standplaatstoelagen-regeling, medetelling voor salarisverhoging van tijd die niet in actieve dienst in Indië is doorgebracht.

K.B. 19 augustus 1922, N°.59 (gebundeld verslag met in verbinding gestelde staatscommissie K.B. 22 juli 1922,N°.11)

Militaire Salariscommissie

Doel is het in onderling verband brengen van salarissen en pensioenen, wegnemen van leemten en onredelijkheden. Oa.: Ontwerp van een regeling voor de toekenning van tegemoetkoming in de vorm van tijdelijke toelages t.a.v. plaatselijke omstandigheden die kunnen voorkomen. Nederlands-Indisch bezoldigings-en pensoienstelsel; advies en voorstellen omtrent de herziening van de inkomsten- en pensioensregelingen voor miliaire landsdienaren in verband met de gehele of gedeeltelijke intrekking van de duurte-toeslag; en daarnaast bij schrijven van 6 september 1922, No. 2470 IIIC overweging van opheffing van belasting-vrijdom vor mindere militairen bij de land-en zeemacht in Nederlands Indie.

K.B. 19 augustus 1922, N°.59 (gebundeld verslag met in verbinding gestelde staatscommissie K.B. 22 juli 1922,N°.11)

Militaire Salariscommissie

Doel is het in onderling verband brengen van salarissen en pensioenen, wegnemen van leemten en onredelijkheden. Oa.: Ontwerp van een regeling voor de toekenning van tegemoetkoming in de vorm van tijdelijke toelages t.a.v. plaatselijke omstandigheden die kunnen voorkomen. Nederlands-Indisch bezoldigings-en pensoienstelsel; advies en voorstellen omtrent de herziening van de inkomsten- en pensioensregelingen voor miliaire landsdienaren in verband met de gehele of gedeeltelijke intrekking van de duurte-toeslag; en daarnaast bij schrijven van 6 september 1922, No. 2470 IIIC overweging van opheffing van belasting-vrijdom vor mindere militairen bij de land-en zeemacht in Nederlands Indie.

K.B. 19 augustus 1922, N°.59 (gebundeld verslag met in verbinding gestelde staatscommissie K.B. 22 juli 1922,N°.11)

Militaire Salariscommissie

Doel is het in onderling verband brengen van salarissen en pensioenen, wegnemen van leemten en onredelijkheden. Oa.: Ontwerp van een regeling voor de toekenning van tegemoetkoming in de vorm van tijdelijke toelages t.a.v. plaatselijke omstandigheden die kunnen voorkomen. Nederlands-Indisch bezoldigings-en pensioenstelsel; advies en voorstellen omtrent de herziening van de inkomsten- en pensioensregelingen voor miliaire landsdienaren in verband met de gehele of gedeeltelijke intrekking van de duurte-toeslag; en daarnaast bij schrijven van 6 september 1922, No. 2470 IIIC overweging van opheffing van belasting-vrijdom vor mindere militairen bij de land-en zeemacht in Nederlands Indie.

K.B. 21 november 1922, N°.51

Vlootwetcommissie

Advies over het doorvoeren van een vlootwet; advies over uitbreiding van de vloot, ter verdediging van Nederland en Nederlands indie (en ter verkoming dat andere landen Nederland of haar overzeese bezittingen preventief bezetten in oorlogstijd). Gaat ook in op de financiele toestand van Nederland en Nederlands Indië en de noodzaak tot bezuinigingen

K.B. 24 februari 1923, N°.8

Staatscommissie-Colijn / Lorentz

Onderzoek naar mogelijkheden voor Vereenvoudiging en bezuiniging in het Hoger Onderwijs, met handhaving van het niveau en kwaliteit in het onderwijs; verdere uitwerking van de verhouding tussen het openbaar en bijzonder onderwijs ten behoeve van verbetering in het universitair onderwijs

K.B. 12 mei 1923, N°.40

Staatscommissie tot het instellen van een onderzoek aangaande de vraag of- en in hoever maatregelen nodig zijn om te bevorderen, dat de land- en waterwegen en de spoor- en intercommunale tramwegen op de meest economische wijze dienstbaar worden gemaakt aan het vervoer van reizigers en van goederen

Economisch dienstbaar maken van het vervoer van reizigers en van goederen, door  bevorderende maatregelen t.a.v. het stelsel van land en waterwegen en spoor en intracommuncale tramwegen.

K.B. 12 mei 1923, N°.40

Staatscommissie tot het instellen van een onderzoek aangaande de vraag of- en in hoever maatregelen nodig zijn om te bevorderen, dat de land- en waterwegen en de spoor- en intercommunale tramwegen op de meest economische wijze dienstbaar worden gemaakt aan het vervoer van reizigers en van goederen

Economisch dienstbaar maken van het vervoer van reizigers en van goederen, door  bevorderende maatregelen t.a.v. het stelsel van land en waterwegen en spoor en intracommuncale tramwegen.

K.B. 16 januari 1925, N°.10

Staatscommissie voor de ondersteuning van de ontwikkeling van het voorbereidend hoger en middelbaar onderwijs

Exploitatie openbaar en bijzonder onderwijs, salarisunificatie en het in verband brengen van salarissen op verschillende onderwijsniveaus.

K.B. 23 juni 1925, N°.32 (Voortzetting van de staatscommissie Rink onder herziene opdracht, eerder bij K.B. 20 december 1920, N°.81)

Bezuinigingscommissie

Algemene bezuinigingen rijk voor verlaging van de rijksuitgaven

K.B. 7 maart 1927, N°.5

Staatscommissie voor de verbetering van het aanvullend onderwijs voor de oudere jeugd

Regeling van het aanvullend onderwijs aan de rijpere jeugd. Doel: Verbeteren van de toestand van het aanvullend onderwijs, vooral voor wat betreft het tekort aan ontwikkelingsmogelijkheden voor de oudere jeugd op verschillende plaatsen; Mogelijk maken op ruime schaal van gelegenheid tot oprichting van  aanvullende cursussen voor aanvullend onderwijs. De commissie komt met een Ontwerp Cursuswet

K.B. 15 december 1927, N°.34 (gewijzigd K.B. 14 november 1932, N°.27)

Staatscommissie tot het onderzoeken van de vraag of-, en zo ja in hoeverre en door welke oorzaak in den land- en tuinbouw eene wanverhouding bestaat tusschen bodemprijzen en productiekosten enerzijds en de opbrengst de producten anderzijds 

Onderzoek naar eventuele wanverhoudingen tussen bodemprijzen en productieprijzen enerzijds en opbrengsten voor land- en tuinbouwproducten anderzijds

Beschikking 16 maart 1926, N°.1456 I M/P.B.R. afdeling Volksgezondheid

Staatscommissie gewestelijke uitbreidingsplannen

Uitbreidingsplannen gewesten met het oog op de toekomstige ontwikkeling van gemeenten

Beschikking minister van Arbeid, Handel en Nijverheid, d.d. 19 mei 1928, no. 485p, afdeling Volksgezondheid.

Staatscommissie van deskundigen inzake de dienst van volksgezondheid

Bezuinigingen volksgezondheidszorg

K.B. 12 april 1929, N°.27

Staatscommissie inzake onvolwaardige arbeidskrachten

Zorg voor genezing, opleiding en bekwaming van onvolwaardige arbeidskrachten met het oog op ecomonische en maatschappelijke bijdrage van onvolwaardige arbeidskrachten.

K.B. 22 juni 1929, N°.19 (Eerder bij K.B. 20 december 1920, N°.81)

Bezuinigingscommissie

Verlaging Rijksuitgaven

K.B. 14 november 1932, N°.27 (Eerder bij K.B. 15 december 1927, N°.34)

Staatscommissie tot het onderzoeken van de vraag of-, en zo ja in hoeverre en door welke oorzaak in den land- en tuinbouw eene wanverhouding bestaat tusschen bodemprijzen en productiekosten enerzijds en de opbrengst de producten anderzijds 

Onderzoek naar eventuele wanverhoudingen tussen bodemprijzen en productieprijzen enerzijds en opbrengsten voor land- en tuinbouwproducten anderzijds

K.B. 12 februari 1934, N°.62

Staatscommissie inzake Lidmaadschap van vertegenwoordigende lichamen

Onderzoek naar bescherming of uitsluiting van het lidmaatschap van vertegenwoordigende lichamen voor personen die met illegale middelen de Staat willen veranderen.

K.B. 24 januari 1936, N°.41

Staatscommissie-De Wilde

Op 24 januari 1936 stelde het derde kabinet-Colijn de Staatscommissie-De Wilde in, die moest adviseren over herziening van de Grondwettelijke bepalingen over onder meer vrijheid van drukpers, de schadelloosstelling en en het pensioen van Tweede Kamerleden, de benoeming van ministers zonder portefeuille, instelling van een (derde) Kamer voor het bedrijfsleven, maatregelen tegen revolutionaire volksvertegenwoordigers en de herzieningsprocedure en Algemene Rekenkamer. Zij bracht op 8 juni 1936 verslag uit.

K.B. 24 januari 1936, N°.41

Staatscommissie-De Wilde

Op 24 januari 1936 stelde het derde kabinet-Colijn de Staatscommissie-De Wilde in, die moest adviseren over herziening van de Grondwettelijke bepalingen over onder meer vrijheid van drukpers, de schadelloosstelling en en het pensioen van Tweede Kamerleden, de benoeming van ministers zonder portefeuille, instelling van een (derde) Kamer voor het bedrijfsleven, maatregelen tegen revolutionaire volksvertegenwoordigers en de herzieningsprocedure en Algemene Rekenkamer. Zij bracht op 8 juni 1936 verslag uit.

K.B. 6 januari 1938,N°.11

Staatscommissie inzake werklozenzorg

De staatscommissie buigt zich over de zorg voor werkwillige en werkbemiddelbare werknemers en beschouwt hoe deze groep kan worden geholpen anders dan door Armenzorg.

K.B. 16 februari 1938, N°.25

Staatscommissie omtrent eventuele herziening van de Woningwet

Herziening Woningwet van 1901 naar structuur en inhoud; Stedenbouwkundige vraagstukken; bouwtechnische vraagstukken; ordening van de woningproductie

K.B. 1 april 1940, N°.8

Staatscommissie inzake uitbreiding der verplichte sociale verzekering tot kleine zelfstandigen

Uitbreiding verplichte sociale verzekering tot de groep van kleine zelfstandigen. sprak zich met de grootst mogelijke meerderheid uit voor de wenselijkheid van een regeling inzake sociale verzekering voor zelfstandigen. Zij kwam tot de conclusie dat er inderdaad voor de overheid een eigen rechtsgrond aanwezig is om tot opneming van de kleine zelfstandigen in de verplichte sociale verzekering over te gaan. Deze rechtsgrond was naar het oordeel van de commissie hierin gelegen dat de kleine zelfstandigen behoren tot de groep der economisch zwakkeren. Afdoende verzorging hunner financiële behoeften, onder andere bij eigen kinderzegen, is derhalve in het algemeen belang geboden; deze verzorging is, aangezien het particulier initiatief en de overheidssteun tekortschoten, op goede en gewenste wijze slechts bereikbaar door een verplichte sociale verzekering tegen die behoeften van dit deel dier groep. De commissie gaf in haar rapport de voorkeur aan de methode der rechtstreekse premiebetaling door de zelfstandigen. De aangewezen weg om afwenteling van de lasten verbonden aan de sociale verzekering der zelfstandigen te verkrijgen, moet bij het stelsel van rechtstreekse premiebetaling worden gezocht in het doorberekenen van de meerkosten in de prijzen van goederen en diensten. Onder deze omstandigheden zou naar de mening van de commissie een rechtstreekse premieheffing bij de zelfstandigen uit sociaal oogpunt geen overwegend bezwaar behoeven op te leveren.